De 7 welzijnsdomeinen vormen een holistisch kader dat gebruikt wordt in het sociaal-domein om het welzijn van mensen in kaart te brengen. Deze domeinen zijn: lichamelijk welzijn, mentaal welzijn, sociaal welzijn, dagelijks functioneren, maatschappelijke participatie, zingeving en kwaliteit van leven. Samen geven ze een compleet beeld van iemands welzijnssituatie en vormen zo een basis voor beleid, ondersteuning en interventies. Door alle aspecten van welzijn te benaderen, kun je een meer effectieve en persoonsgerichte aanpak ontwikkelen.
Wat zijn de 7 welzijnsdomeinen precies?
De 7 welzijnsdomeinen zijn een gestructureerd raamwerk dat alle aspecten van menselijk welzijn omvat en in samenhang bekijkt. Het model onderscheidt zeven essentiële gebieden die samen een holistisch beeld geven van iemands welzijnssituatie.
Deze zeven domeinen bestaan uit:
- Lichamelijk welzijn: gezondheid, vitaliteit, beweging, voeding, slaap en fysiek functioneren
- Mentaal welzijn: psychische gezondheid, emotionele balans, cognitief functioneren en stressbestendigheid
- Sociaal welzijn: sociale contacten, relaties, netwerk en steun uit de omgeving
- Dagelijks functioneren: zelfredzaamheid, zelfzorg, huishouden, financiën en basale levensvaardigheden
- Maatschappelijke participatie: deelname aan werk, vrijwilligerswerk, opleiding en sociale activiteiten
- Zingeving: betekenisgeving, levensdoelen, persoonlijke waarden en spiritualiteit
- Kwaliteit van leven: algehele tevredenheid, welbevinden en ervaren levenskwaliteit
De kracht van deze benadering ligt in het erkennen dat deze domeinen niet los van elkaar staan maar elkaar voortdurend beïnvloeden. Een probleem in één domein kan doorwerken in andere domeinen. Zo kan bijvoorbeeld een fysiek gezondheidsprobleem invloed hebben op iemands mogelijkheden voor maatschappelijke participatie, wat weer kan doorwerken in het mentale welzijn.
Waarom zijn de welzijnsdomeinen belangrijk voor gemeenten?
Voor gemeenten bieden de 7 welzijnsdomeinen een praktisch kader om het welzijn van inwoners te begrijpen en daarop afgestemd beleid te ontwikkelen. Ze helpen bij het creëren van een integrale visie op het sociaal domein, waarin verschillende beleidsterreinen zoals zorg, welzijn, werk en inkomen in samenhang worden benaderd.
De welzijnsdomeinen zijn belangrijk voor gemeenten omdat ze:
- Helpen bij het ontwikkelen van een integraal welzijnsbeleid dat alle levensdomeinen omvat
- Een gemeenschappelijke taal bieden voor professionals uit verschillende disciplines
- De basis vormen voor preventieve aanpakken die problemen vroegtijdig signaleren
- Ondersteunen bij het monitoring en evalueren van beleidseffecten
- Aansluiten bij de transformatiedoelen in het sociaal domein: maatwerk, preventie en eigen kracht
Door te werken met deze domeinen kunnen gemeenten beter aansluiten bij de behoeften van specifieke doelgroepen en maatwerk leveren in hun dienstverlening. Het helpt ook om verbindingen te leggen tussen verschillende beleidsterreinen, zoals tussen schuldhulpverlening en geestelijke gezondheidszorg, of tussen participatie en welzijnsbeleid.
Hoe werken de 7 welzijnsdomeinen in de praktijk?
In de praktijk worden de welzijnsdomeinen gebruikt als analysekader bij intakes, beoordelingen en het opstellen van ondersteuningsplannen. Zorg- en welzijnsprofessionals, wijkteams en gemeentelijke consulenten gebruiken dit model om een volledig beeld te krijgen van iemands situatie.
Praktische toepassingen van de welzijnsdomeinen zijn:
- Als gespreksleidraad bij keukentafelgesprekken in het kader van de Wmo
- Voor het opstellen van integrale ondersteuningsplannen
- Bij het bepalen van benodigde interventies en voorzieningen
- Voor het meten van voortgang en effecten van geboden ondersteuning
- Als structuur voor cliëntvolgsystemen en dossiervorming
De welzijnsdomeinen helpen professionals om breed te kijken en niet alleen te focussen op de meest zichtbare problemen. Door systematisch alle domeinen te verkennen, kunnen onderliggende oorzaken van problemen worden ontdekt. Bijvoorbeeld: achter financiële problemen kunnen psychische klachten schuilgaan, of een gebrek aan zingeving kan leiden tot verminderde motivatie bij re-integratietrajecten.
Wat is het verschil tussen welzijnsdomeinen en het concept positieve gezondheid?
De 7 welzijnsdomeinen en het concept positieve gezondheid van Machteld Huber hebben veel overeenkomsten, maar kennen ook enkele wezenlijke verschillen in benadering en toepassing. Beide modellen hanteren een brede kijk op welzijn die verder gaat dan alleen de afwezigheid van ziekte.
Belangrijkste overeenkomsten en verschillen:
- Positieve gezondheid werkt met zes dimensies (lichaamsfuncties, mentaal welbevinden, zingeving, kwaliteit van leven, meedoen en dagelijks functioneren), terwijl de welzijnsdomeinen er zeven onderscheiden
- Positieve gezondheid is ontwikkeld vanuit de gezondheidszorg en heeft meer nadruk op het medische perspectief, terwijl de welzijnsdomeinen sterker vanuit het sociaal domein zijn ontwikkeld
- Beide modellen benadrukken het belang van eigen regie en veerkracht
- Positieve gezondheid heeft een gevalideerd meetinstrument (het spinnenweb), terwijl de welzijnsdomeinen vaak flexibeler worden toegepast
In de praktijk worden beide modellen vaak naast elkaar gebruikt, waarbij positieve gezondheid vooral in de eerstelijnszorg populair is, terwijl de welzijnsdomeinen meer in het sociale domein worden toegepast. Ze vullen elkaar aan en dragen beide bij aan een meer holistische benadering van welzijn en gezondheid in Nederland.
Hoe kan je de welzijnsdomeinen gebruiken bij beleidsvorming?
Bij beleidsvorming kunnen de welzijnsdomeinen dienen als een structurerend kader dat helpt om een integraal en samenhangend beleid te ontwikkelen. Door alle domeinen te betrekken, voorkom je een te eenzijdige focus op slechts één aspect van welzijn.
Praktische toepassingen bij beleidsvorming zijn:
- Het in kaart brengen van de huidige situatie per domein met behulp van data en onderzoek
- Het identificeren van blinde vlekken in het huidige beleid
- Het formuleren van specifieke doelstellingen per welzijnsdomein
- Het ontwikkelen van indicatoren om voortgang te meten
- Het creëren van dwarsverbanden tussen verschillende beleidsterreinen
Een voorbeeld: bij het ontwikkelen van armoedebeleid kijk je niet alleen naar financiële ondersteuning (dagelijks functioneren), maar ook naar effecten op gezondheid (lichamelijk welzijn), stress en zorgen (mentaal welzijn), sociale isolatie (sociaal welzijn), mogelijkheden voor participatie, en hoe dit alles de kwaliteit van leven beïnvloedt.
Door de welzijnsdomeinen als uitgangspunt te nemen, stimuleer je bovendien samenwerking tussen verschillende afdelingen en organisaties die elk hun eigen expertise hebben op specifieke domeinen. Dit bevordert een meer geïntegreerde aanpak van complexe maatschappelijke vraagstukken.
Bij KWIZ helpen we gemeenten en maatschappelijke organisaties om de welzijnsdomeinen te integreren in hun beleidsvorming en monitoring. Met onze expertise in het sociaal domein zetten we data om in bruikbare inzichten die bijdragen aan effectief beleid dat aansluit bij wat inwoners echt nodig hebben.